Wanneer is gedrag grensoverschrijdend?

Het afgelopen jaar kwamen diverse berichten in de media over grensoverschrijdend gedrag. Met name televisieprogramma’s als The Voice of Holland en De Wereld Draait Door werden daarbij uitgebreid genoemd. Ook bij diverse sporten was sprake van zaken die niet door de beugel konden. Zowel binnen de turnsport, atletiek als het voetbal kwamen diverse coaches en trainers in een kwaad daglicht. En ook in de politieke arena, zowel op lokaal niveau als in de Tweede Kamer, zou sprake zijn geweest van grensoverschrijdend gedrag.

Het roept de vraag op waar dat ineens vandaan komt. Is het iets nieuws of zijn we vooral anders naar zaken gaan kijken?

grensoverschrijdend gedrag

Waar ligt de grens?

Wanneer kun je spreken van grensoverschrijdend gedrag? Dat lijkt nog niet zo zwart-wit te bepalen. Sommig gedrag zou wel of niet als grensoverschrijdend kunnen worden aangemerkt, afhankelijk van cultuur en ook tijdgeest. Zo noemde televisiepresentator Jos Brink in de jaren ’80 zijn assistente Sandra Reemer nog liefkozend zijn “pindaatje”, refererend aan haar Indische afkomst. Inmiddels zou dat door velen als grensoverschrijdend worden opgevat. Ook de komst van nieuwe media zorgen dat die grenzen soms onduidelijk zijn.

Voor een deel is het wel duidelijk. Ongewenste handtastelijkheden kunnen wettelijk gezien als aanranding worden aangegeven. Ook fysiek geweld is geen discussiepunt. Maar verder wordt er vaak gesproken van grensoverschrijding als het gaat over gedrag dat de één wel en de ander niet OK vindt.

Is het soms ook aanstellerij?

Pasgeleden las ik een column van een CEO van een grote organisatie, die stelde dat er tegenwoordig te vaak gezegd wordt dat men zich niet veilig voelt. Volgens hem werden leidinggevenden gerapporteerd voor grensoverschrijdend gedrag nadat tijdens een functioneringsgesprek verbeterpunten ter sprake waren gekomen. Ook ik was daarvan niet onder de indruk en dacht in eerste instantie aan een medewerkers die niet tegen kritiek kunnen. Maar aangezien ik niet bij de betreffende gesprekken aanwezig was geweest, kon ik ook niet uitsluiten dat er een grens overschreden was.

Wie bepaalt of gedrag grensoverschrijdend is?

Dus enerzijds zijn er zaken die algemeen worden gezien als grensoverschrijdend, anderzijds ook zaken die doorgaans niet als zodanig worden aangeduid. Ook is er een groot schemergebied. Zo kunnen bepaalde prijzende opmerkingen over iemands uiterlijk zowel als ongepast of als een compliment worden opgevat. Met flirten is dat net zo, zeker als het op de werkvloer gebeurt. En vaak is dat ook niet verstandig omdat het al snel de werkverhouding kan verstoren. 

Sommige grappen worden vaak als “not done” beschouwd, tenzij die grappen door een beroemd cabaretier worden gemaakt. En als een leidinggevende keer op keer vraagt om een stapje harder te werken, wil dat nog niet zeggen dat je daar per se naar moet luisteren. 

Hoe beperken we grensoverschrijdend gedrag?

Vooropgesteld is het goed om van strafbare zaken melding te maken. Bij politie of misschien een vertrouwenspersoon in de organisatie waar het plaatsvond. Ook is het belangrijk dat de communicatie helder is. Wat mag je van elkaar verwachten en wat niet? Om het functioneringsgesprek er als voorbeeld nog maar eens erbij te halen: waar dient dat voor en welk doel dient het bespreken van verbeterpunten? Maar ook helderheid over het mandaat van de leidinggevenden. Het is heel logisch dat die hun medewerkers feedback geven en soms vragen om een avondje over te werken. Daar is niets grensoverschrijdends aan, zolang dat op een nette manier gebeurt.

Dan komt het omgaan met het schemergebied. Hierbij is van wezenlijk belang dat je aanvoelt wat anderen wel en niet acceptabel vinden. Stelt iemand een grap op prijs, vindt hij of zij een arm over de schouder amicaal of wat erg intiem? Het is ook goed om aan te voelen wat voor cultuur je terechtkomt. Past dat bij je? Wat de één een warm bad noemt, ervaart de ander als klef en te opdringerig. Wat de één als professioneel beschouwt, ervaart de ander als koud, hard en misschien zelfs onmenselijk.

Het vraagt vooral van mensen in een machtspositie om een goed ontwikkeld inlevingsvermogen en ook om een grote dosis zelfreflectie. Dat inlevingsvermogen helpt je aansluiten op de behoeften en gevoeligheden van de ander. Die zelfreflectie gaat over het kennen van je eigen patronen, ook de niet-functionele, die een gezonde samenwerking in de weg staat.

Vervolgens vraagt het van iedereen om duidelijk grenzen aan te geven, wanneer dat aan de orde is. Door te laten weten waar voor jou de grens ligt, vraag je de ander om die grens niet te overschrijden.

WhatsApp ons
1
Stel je vraag via WhatsApp
Heb je een vraag voor ons? Stuur een whatsapp-bericht!