Onlangs was ik gevraagd door een teamleider die sinds enkele maanden een team onder haar hoede had gekregen. Het was een team waarin medewerkers soms als tientallen jaren werkten. Deze nieuwe leidinggevende wou met me sparren over haar constatering dat er zoveel weerstand was binnen het team om te veranderen. Er leek een grote hang naar het verleden.
Vroeger was alles beter, toch?
In de afgelopen maanden had ze al diverse voorstellen gedaan om het werk beter en effectiever te doen. Steeds was er weerstand in de vorm van “doen we het nu niet goed dan?” of “zo heb ik het altijd gedaan en dat werkt prima!”.
De vraag die mij dus gesteld werd, ging over het doorbreken van die weerstand. Hoe krijgen we deze mensen bereid om noodzakelijke veranderingen en professionalisering te accepteren?
Al eerder heb ik geschreven over het belang om het verleden te eren. Zeker belangrijke gebeurtenissen en grote bijdragen van medewerkers moeten de erkenning krijgen die ze verdienen. Maar als een team blijft hangen in het verleden, weigert om dat los te laten, is dat uiteraard ook niet gezond. De omgeving verandert, dus zul je als team daar op moeten afstemmen.
Zichtbaar maken wat er nodig is.
Aangezien er al heel wat over vergaderd was met het team, stelde ik voor om een workshop via de LEGO® Serious Play® methode te faciliteren. Tijdens die workshop keken we ondermeer naar het verleden, via de vraag “wat was het fijnste team waarin je ooit gewerkt hebt?”. Medewerkers bouwden met Lego hun eigen voorstelling van een eerdere fase van het huidige team, een team bij een eerdere werkgever en soms zelfs een volleybalteam waar iemand deel van uitmaakt. Iedereen mocht benoemen wat hun bouwwerk voorstelde en wat dat team dus zo prettig maakte.
Uiteindelijk werkten we toe naar een gemeenschappelijk beeld van hoe ze hun huidige team als ideaal zouden zien. Om tenslotte te bespreken wat ze nodig zouden hebben om daar te komen.
De stip op de horizon.
Opmerkelijk was hoe vaak de medewerkers aangaven dat ze een heldere toekomstvisie misten, ze hadden behoefte aan de befaamde stip op de horizon. Daarin lag precies de reden om te blijven hangen in het verleden. Waarom? Heel simpel, ik leg het je uit aan de hand van een metafoor.
Stel je zit in een bootje en je wilt de oversteek maken van het eiland waarop je zit, naar het vaste land dat enkele mijlen verderop ligt. Op het eiland staat een vuurtoren te schijnen, op het vaste land helaas niet. Maar iemand heeft je verteld welke richting je ongeveer moet varen. Vol goede moed, begin je te roeien en af en toe kijk je om of er al land in zicht is. Helaas, nog niet dus roei je nog even verder. Wanneer er alsmaar geen land in zicht komt maar de vermoeidheid wel toeslaat, zul je geneigd zijn om terug te varen naar het eiland waar je vandaan komt. “Misschien heb ik een verkeerde koers gevaren, misschien is het toch veel verder dan ik dacht” zijn enkele gedachten die jou motiveren om terug te gaan.
Zo is het ook met een toekomstvisie van een team. Als niet heel helder is welke toekomst jullie zoeken, zullen jullie misschien wel vol goede moed de schouders eronder zetten, maar zodra het lastig wordt begint ook de motivatie af te nemen. Je snapt dat wanneer er een heldere toekomstvisie is, die stip op de horizon als een vuurtoren op het vaste land haar licht schijnt, jullie die tegenslag of vermoeidheid kunnen trotseren en doorgaan om jullie droom te verwezenlijken.
En zo wist ook dit team haar motivatie en inzet terug te vinden door samen helder te maken aan welke toekomst ze wilden werken. Daar zitten ze nu middenin, op reis van de ene vuurtoren naar de andere. En soms zullen ze nog terugkijken naar de vuurtoren op het eiland, maar die zal niet langer roepen om terug te keren. Want naarmate de tocht vordert, schijnt het licht van de vuurtoren op het vaste land sterker en helderder.