De kracht van de underdog

Vandaag zat ik een stuk te kijken van de tenniswedstrijd van Kiki Bertens tegen Serena Williams. Onze landgenote heeft menigeen versteld doen staan dat ze in de kwartfinale van Roland Garros staat. Kiki was tot vorige week de nummer 89 op de wereldranglijst en mocht dus met reden als de underdog beschouwd worden tegen de nummer 1 van de wereld.

Ondanks dit krachtverschil op papier, werd het een heel gelijkwaardig spel waarin Bertens het ondanks haar blessure niet zelden haar tegenstandster moeilijk maakte. Hoe is het toch mogelijk dat zij, net als Max Verstappen in de racewereld, zo sterk presteert?

De underdog heeft minder druk.

Voor een underdog geldt vaak dat elke winst meegenomen is. Er wordt niet van te voren verwacht dat hij of zij wint en als dat wel gebeurt is dat alleen maar mooi. Verwachtingen die men bij een gevestigde ster wel degelijk heeft. En als de ster verliest wordt dat vaak ervaren alsĀ een teleurstelling of zelfs beoordeeld als een afgang. Niet alleen door de pers en het publiek, maar ook door de sporter zelf die inmiddels aan het winnen is gewend.

Het gevolg is dat een sporter vanuit de underdogpositie veel meer ontspannen kan spelen. Je zag het bij Kiki Bertens ook: zo ongeveer de hele partij liep ze met een glimlach op de baan. Ze was zichtbaar aan het genieten en deelde dat regelmatig door een blik en lach naar haar coach.

Hoe anders was dat bij Serena Williams die stuurs en wat in zichzelf gekeerd over de baan banjerde. Met een boze of gefrustreerde blik en beweging op de momenten dat een dropshot in het net belandde of een passeerbal uit ging.

De interne stem is veelzeggend.

De partij deed me ook wel denken aan een klassieker tussen wereldster Ivan Lendl tegen de toenmalige 17-jarige underdog Michael Chang. Waar de introverte en perfectionistische Lendl de ene na de andere snoeiharde ace sloeg, liet hij zich vervolgens verrassen door een onderhandse service van Chang. Hij keek er bij alsof hij zich afvroeg of het wel reglementair was om onderhands te serveren. Chang voelde zichzelf alleen maar groeien en won uiteindelijk de wedstrijd, ook op Roland Garros.

Je kunt je voorstellen wat Kiki of Serena tegen zichzelf zegt op het moment dat een bal mis gaat. Waar Serena wellicht een Amerikaanse versie van “verdorie, wat stom van me” of iets stevigers tegen zichzelf zegt, zou dat bij Kiki veel milder klinken zoals “jammer, volgende keer beter opletten”. En misschien kun je je ook wel voorstellen wat dergelijke interne boodschappen met je energie doen. Of je daardoor verstart en verkrampt, of juist de ontspanning blijft zoeken.

Het was een mooi sprookje….

Mede vanwege haar blessure heeft Kiki uiteindelijk verloren van Serena. Op een strijdlustige manier, niemand zal hier veroordelend op reageren. Het was knap dat ze zover was gekomen en vooral de manier waarop.

WhatsApp ons
1
Stel je vraag via WhatsApp
Heb je een vraag voor ons? Stuur een whatsapp-bericht!