Never waste a good failure

Juist op de dag dat ik dit blog wou gaan schrijven over het omgaan met mislukkingen, lees ik in de ochtendkrant een artikel over Failure Lab, een bijeenkomst waarin ondernemers openhartig met elkaar delen hoe ze ergens de mist in zijn gegaan.

Het is een bijzondere bijeenkomst omdat ondernemers niet zo snel de vuile was buiten hangen, uit angst dat die was er niet schoner op wordt. Liever houden ze de schijn op dat het, crisis of niet, allemaal wel lekker loopt. Lang voordat ik ondernemer werd, verbaasde ik me ook al over de manier waarop in het bedrijfsleven, maar ook bij overheden, met mislukking omgegaan wordt.

Reorganisaties als wondermiddel.

Met name valt me steeds weer op hoe vaak er reorganisaties worden afgekondigd. Ik heb bij banken gewerkt waar de ene reorganisatie nog niet was afgerond of de volgende kwam er aan. Als ik dan eens een keer vroeg hoe men dan kon bepalen of de reorganisatie goed had uitgepakt, kreeg ik nogal eens te horen dat we vooral vooruit moesten kijken, terugblikken had geen zin, het verleden veranderde je toch niet meer.

Met dat laatste ben ik het uiteraard roerend eens, maar tegelijk bestrijd ik dat terugblikken geen zin zou hebben. De befaamde filosoof  Kierkegaard zei ooit: het leven dient voorwaarts geleefd te worden en achterwaarts begrepen. Da’s precies waar ik op doel.

Stuiptrekkingen.

Iedereen en elke organisatie komt wel eens tot de ontdekking dat dingen niet goed gaan. In bedrijven wordt dit vaak gesignaleerd door tegenvallende cijfers qua omzet en winst. Daadkrachtig als veel managers zich willen bewijzen, schieten ze in de stuip van reorganisaties en afslankoperaties. De organisatie moet kantelen, decentraliseren of juist centraliseren, noem het maar op. En op de werkvloer zit men vaak vol verbazing te aanschouwen van welk tafereel zij ineens deel uitmaken. Terecht, want het simpele besluit “we moeten banen schrappen want we maken onvoldoende winst” is erg kort door de bocht.

Wat ging er mis?

Wanneer de cijfers tegenvallen is dat een belangrijk signaal, zonder meer. Het kan het voortbestaan van de organisatie in gevaar brengen. Ergens is er dus iets misgegaan. En dus is het goed om in eerste instantie te bepalen wat er dan is misgegaan. Waarom werkt datgene dat we in het verleden deden niet meer? Waarom was die keuze toch niet zo goed, was die strategie toch niet succesvol? Pijnlijke vragen voor managers die hogerop willen komen en dus als succesvol te boek willen staan. Terwijl een reorganisatie een andere manier is om te zeggen: we hebben het niet goed (genoeg) gedaan, het moet dus anders.

Kwetsbaarheid en openheid, weg met de doofpot!

Echte leiders zullen die vragen wel stellen, kwetsbaar als ze zich durven opstellen en bereid als ze zijn om van het verleden te leren. Dat is dan ook waar het om gaat. De mislukking als een leermoment beschouwen, opdat je richting de toekomst niet in dezelfde valkuil zult stappen. En in plaats van de leerpunten in de doofpot te stoppen, moet je de hele organisatie informeren. Zo kan men ook op de werkvloer begrijpen waarom er ingegrepen wordt en zo leert men collectief van de fouten uit het verleden. Daarom ben ik ook zo enthousiast over dat Failure Lab dat nog verder gaat: andere ondernemers laten mee-leren van jouw fouten.

Het is net als met je afval thuis: dat recyclen we tegenwoordig ook!