Leve het falend leiderschap

In mijn afgelopen kampeervakantie heb ik iets heel moois rondom leiderschap ervaren. Niet dat ik daar gewerkt heb, zoals ongeveer half leidinggevend Nederland tegenwoordig lijkt te doen. Nee, het had te maken met hoe de camping geleid werd.

Deze camping is circa 10 jaar geleden in de Dordogne opgezet door een Nederlander die daar een landgoed kocht, inclusief prachtig kasteeltje. Op het landgoed had hij een camping ingericht inclusief de faciliteiten die je daarbij mag verwachten. Zoals sanitair, een brasserie, sportveldjes, speeltuinen en een klein winkeltje. Er was slechts één ding dat ontbrak: regels. De beste man had besloten dat hij geen regels wilde vastleggen. Want, zo dacht hij, regels moet je controleren en dan moet je ook nog sancties hebben, en daar had hij geen zin in.Naast het ontbreken van een douchemuntjes-terreur, was een mooi voorbeeld dat je bij aankomst zelf je plekje mocht gaan uitkiezen, in plaats van dat je hoort dat A-46 de jou toegewezen plek is. Maar ook op alle andere vlakken waren geen regels. Riskante zaken als barbecue en kampvuur waren dus ook niet aan regels gebonden, sterker nog: we waren van harte uitgenodigd het dode hout uit het bos op te stoken.

Het bijzondere aan dit verhaal is wel dat er ook helemaal geen regels nodig bleken. De mensen op de camping bleken heel goed zelf in staat hun verantwoordelijkheid te nemen. De afwezige “overheid” stimuleerde het goed burgerschap. Vuurtjes liepen niet uit de hand, er werden geen gezonde bomen geveld, douches en toiletten bleven keurig, geen luide muziek tot in de nacht, geen zwerfvuil of te hard rijdende auto’s. Niet eerder heb ik zo’n zorgeloze en vrije kampeervakantie gehad, heerlijk!

Terug van vakantie, zet ik maar weer eens de TV aan. Niet dat ik hem gemist heb, maar ik ben toch benieuwd naar de toestand in de wereld. Naast de burgeroorlog in Syrië, de komende verkiezingen en de Griekse schulden gaat het over blauwalg en ander klein ongemak, het is immers komkommertijd.

Maar in de krant valt me één ding op: het initiatief dat burgers nemen als de overheid op belangrijke terreinen faalt. Uiteraard kennen we al sinds jaar en dag de voedselbanken. Een prachtige manier om voedsel dat in de winkel niet meer verkocht “mag” worden maar nog prima te gebruiken is, niet te hoeven weggooien. Een jaar of twee geleden kwamen er allerlei initiatieven bij op het terrein van duurzame energie. Collectief inkopen van zonnepanelen of het deelnemen in een windmolen, het wordt gerealiseerd door betrokken burgers die zien dat de overheid op het gebied van energie vooral nog de fossiele brandstoffen met bijna 6 miljard per jaar subsidieert (zie www.duurzaamnieuws.nl/) en de groene energie maar mondjesmaat stimuleert. Als de overheid het niet doet, dan doen we het zelf maar, moeten deze proactieve burgers hebben gedacht.

In de krant die ik las, werd geschreven dat er een nieuw initiatief in opkomst is: het zelf regelen van de zorg. Soms vanuit dezelfde clubs die ook de lokale energie-initiatieven ontplooiden, soms nieuwe clubs die beseffen dat het soms gewoon beter, handiger, efficiënter en effectiever is om zelf thuiszorg, ouderenzorg en gehandicaptenzorg te organiseren. Vaak vanuit een aversie tegen de enorme bureaucratische organisaties die in de zorg ontstaan zijn, waar het salaris van een topmanager gemakkelijk de wijkverpleging van een middelgroot dorp kan bekostigen. Met dit initiatief bewijst men dat zorg betaalbaarder kan én weer terug kan naar de menselijke maat.

Kortom…
Het eerste voorbeeld, van de campingeigenaar, vind ik een prachtig voorbeeld van hoe leiderschap zich niet altijd toont in het kunnen structureren en voorkauwen van “hoe we het hier doen”. De andere voorbeelden geven aan dat waar het aanpakken van niet-functionele structuren niet door de formele leiders wordt opgepakt, er een ander soort leiderschap opstaat. Wat ik dus mooi vind aan dit alles, is dat waar het leiderschap faalt, de burger het heft in eigen hand neemt. Waar de leiders teveel met polderen bezig zijn en maar geen échte keuzes durven maken, of vanuit een ego-gestuurde opstelling het doel van hun organisatie niet langer dienen, gaan burgers hun eigen leiderschap inzetten.

Zo beschouwd is falend leiderschap een grandioos middel om de afwachtende houding van de doorsnee burger te doorbreken. De burger ziet al lang dat het anders moet, maar ziet geen verandering ontstaan dus dan kiest men uiteindelijk om zelf die verandering te realiseren. Zoals het gezegde luidt: “be the change you want to see in this world”.

Om die reden verwacht ik de komende jaren nog veel meer burgerinitiatief. Denk daarbij aan het massaal 80 gaan rijden langs bebouwde gebieden omdat de politiek weigert de 130 km-wijziging terug te draaien. Of het weigeren om plofkippen te eten. Of met een groep ouders van studenten opkopen en ombouwen van kantoorpanden in studentenwoningen. Of als klantencollectief van banken eisen te stoppen met de bonuscultuur. Of een marktplaats waarop, onder auspiciën van gekwalificeerde mensen, ongebruikte medicijnen en rollators die niet meer nodig zijn, worden bemiddeld naar andere patiënten. Om zo maar wat ideeën te noemen waar de overheid en andere instanties van wegkijken.

De toekomst ziet er rooskleurig uit, toch?!

Leve het falend leiderschap!