Gisteren was ik een uurtje of anderhalf aan het hardlopen door wat mooie landschappen bij mij in de buurt. Terwijl ik zo mijn kilometertjes draafde, kwam ik twee keer iemand tegen met een noise-cancelling koptelefoon. Ik herkende het ding omdat ik er zelf exact zo eentje thuis heb voor als ik geconcentreerd wil werken, maar ik was verbaasd dat deze mensen er buiten mee reden. De één op een fiets, de ander in een rolstoel. Mijn verbazing zat erin dat ze aan het verkeer deelnamen, de rolstoeler zelfs in een heel kwetsbare positie, maar dus niets van hun omgeving hoorden. Ze hoorden alleen waarvoor ze kozen om te horen en sloten alle andere geluiden buiten.
Vroeger liep ik altijd zonder muziek op mijn oren maar als ik tegenwoordig in mijn eentje hardloop, wil ik nog wel eens ergens naar luisteren. Soms naar de radio, soms naar een Spotify-playlist, een podcast of een luisterboek. Daarvoor gebruik ik een koptelefoontje dat niet in of op mijn oren zit, maar op het bot net voor het oor. Door deze technologie, waarbij de geluidstrilling via het bot aan het gehoor wordt doorgegeven, blijven mijn oren vrij en kan ik dus blijven horen wat er in mijn omgeving gebeurt. Als hardloper vind ik het wel een veilig idee dat ik kan horen of er een scooter of ander voertuig mij nadert. Op die manier luisterde ik gisteren naar een biografie van één van mijn favoriete bands, maar bleef in contact met mijn omgeving.
Noise-cancelling in de maatschappij.
Ineens bedacht ik de analogie met de aanstaande verkiezingen. Het is campagnetijd en partijen en politici strooien met hun ideologie over de media waar ze worden uitgenodigd. Wat me daarbij opvalt is dat men dan vooral hun eigen geluid blijft benadrukken en herhalen en bar weinig interesse toont in de ideeën van anderen. Het is op social media ook goed zichtbaar dat mensen vooral bevestiging zoeken en krijgen voor de gedachte die ze al hebben, in plaats van de dialoog aan te gaan met andersdenkenden. Sterker nog, de algoritmes laten het andere geluid steeds minder zien en anders kan je altijd nog mensen blokkeren van wie het geluid je niet aanstaat. Tijdens de corona-pandemie, tijdens de boerenprotesten en in het klimaatdebat was/is het niet anders. Je bent een wappie of een woke, je bent trots op de boeren of je vindt het een stel mafkezen en je bent een klimaatdrammer of een klimaatontkenner. En in welke groep je jezelf het meeste herkent, dat geluid wil je vooral horen.
Noise-cancelling leidt tot polarisatie.
Eerlijk gezegd herken ik de noise-cancelling soms ook bij mezelf en heb ik geen zin in weer een bericht van iemand die beweert dat de mens nooit op de maan heeft gestaan. Vergelijk het ook maar met de tijd dat je nog een puber was en je moeder weer eens vroeg of je je huiswerk wel gemaakt had. Waarschijnlijk had je daar helemaal geen trek in en verliet je de woonkamer als ze daarover begon. Ik wel tenminste 😉
Tot zover vrij onschuldige symptomen. Het wordt echter wat gevaarlijker als we helemaal niet meer openstaan voor andere geluiden dan dat wat we graag willen horen. Mensen gaan dan eilandjes vormen met hun eigen kliekje gelijkgestemden die elkaar napraten, hun overtuigingen steeds verder versterken en andere ideeën steeds verder afkeuren.
Democratie vraagt om elkaar te verstaan.
Als straks de verkiezingen zijn geweest, moet er weer een regering worden gevormd met meerdere partijen die elkaar in de campagne nog afgekeurd hebben. Dat vind ik wel een mooi en positief moment in onze Nederlandse democratie. Politici die van mening verschillen, moeten die verschillen overbruggen en dat kan alleen door goed naar elkaar te luisteren, over de muur heen te kijken en te zoeken naar mogelijkheden.
Hoe mooi zou het zijn als we ook na die tijd en in andere situaties wat meer interesse in elkaar hebben, naar elkaar luisteren en nieuwsgierig zijn naar wat de noise om ons heen wil vertellen.
Hoe zou het zijn als we onze noise-cancelling wat vaker uitzetten?